Wednesday, 15 August 2012

Het nieuwe belastingverdrag met Duitsland en winstinkomen

Maandblad Belasting Beschouwingen 2012/07/08 - Prof.mr. A.J.A. Stevens   In het kader van de onderverdeling van deze MBB-special over het nieuwe belastingverdrag met Duitsland (hierna ook: ‘het Verdrag’) zal ik in navolgende bijdrage de artikelen uit het Verdrag bespreken, die de verdeling van heffingsrechten inzake winst uit onderneming regelen. Concreet gaat het dan om art. 7 t/m 9, die – in elk geval qua nummering – overeenkomen met art. 7 t/m 9 OESO-Modelverdrag. Aangezien het vaste-inrichtingbegrip de afbakening verzorgt voor de verdeling van heffingsrechten bij met name art. 7 (winst uit onderneming), zal ik ook nader ingaan op art. 5 Verdrag. Ik hanteer hierbij gemakshalve de volgorde van de artikelen zoals opgenomen in het Verdrag, waarbij ik start met een algemene opmerking ten aanzien van de regeling van grensoverschrijdende bedrijventerreinen. Van twee OESO-lidstaten, zoals Nederland en Duitsland, mag men verwachten dat een nieuw belastingverdrag voor het overgrote deel overeenkomt met het OESO-Modelverdrag. Ik zal mij in deze bijdrage dan ook concentreren op de afwijkingen in de te bespreken bepalingen ten opzichte van het OESO-Modelverdrag
, en deze afzetten tegen het Nederlandse
(en in mindere mate Duitse
) verdragsbeleid.

No comments:

Post a Comment