Tuesday 10 May 2011

Actualiteiten, belangrijkste knelpunten en praktische toepassing van de innovatiebox

Maandblad Belasting Beschouwingen 2011/05  - Drs. IJ de Nies en Drs. B.J. Kiekebeld

De Wet Werken aan winst
is inmiddels ruim vier jaar geleden in werking getreden. Het streven van het Kabinet om innovatie te stimuleren,
heeft toen geleid tot de introductie van de octrooibox in art. 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969). Deze octrooibox heeft zich via twee belangrijke uitbreidingen respectievelijk per 2008 en 2010 ontwikkeld tot de huidige innovatiebox. Met die uitbreidingen is de innovatiebox steeds aantrekkelijker geworden en wordt deze inmiddels veelvuldig in de praktijk toegepast. Er is echter nog steeds een aantal knelpunten die de toepassing van de innovatiebox beperkt.
In deze bijdrage bespreken wij kort de wettelijke systematiek van de innovatiebox. Daarna besteden wij aandacht aan de meest recente wijzing van de innovatiebox die per 1 januari 2011 in werking is getreden en staan stil bij een aantal belangrijke knelpunten in de huidige systematiek. Een van deze knelpunten vormt de eis dat de belastingplichtige zowel zelf het immateriële activum moet voortbrengen als het octrooi moet bezitten, dan wel een S&O-verklaring moet hebben die, globaal gesteld, verband houdt met het immateriële activum. In het verlengde van deze knelpunten geven wij mogelijke oplossingen aan en besteden ruim aandacht aan de praktische toepassing van de innovatiebox en methoden die daarbij de in de praktijk gewenste handvatten kunnen bieden. Tevens geven wij de meest recente ontwikkelingen op het gebied van de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk aan. Dit is een regeling die, hoewel geen onderdeel van de Wet VPB 1969, sinds 2008 van direct belang is voor de toepassing van de innovatiebox. We sluiten ons betoog af met een aantal korte afsluitende opmerkingen.

No comments:

Post a Comment