Commentaar dr. D. Molenaar - NTFR 2015/2008
Belanghebbende heeft vier afzonderlijke VAR-verklaringen gekregen. Een van de verklaringen ziet toe op het verlenen van AWBZ-zorg en is afgegeven als VAR-loon. Belanghebbende is van mening dat zij door de afgifte van deze VAR-verklaring inkomsten heeft gederfd, omdat geen enkele opdrachtgever een VAR-loon accepteert. Hierdoor moest zij ander werk en andere opdrachtgevers zoeken, waarvoor zij extra kosten heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de AWBZ en de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) meebrengen dat AWBZ-zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico door belanghebbende aan zorgbehoevenden (de afnemers) kan zijn verleend. Deze regelgeving bepaalt namelijk dat de afnemers jegens een toegelaten zorginstelling een aanspraak op zorg hebben en dat de verantwoordelijkheid en het risico van de door belanghebbende verleende zorg ligt bij de toegelaten zorginstelling. Bovendien is niet gebleken dat belanghebbende zorgovereenkomsten met de afnemers heeft gesloten. Uit de feiten en omstandigheden blijkt niet dat belanghebbende meer financieel risico loopt dan een oproep-/uitzendkrachtkracht of een verdergaande aansprakelijkheid heeft dan zorgverleners in dienstbetrekking. Het VAR-loon is op goede gronden afgegeven. Belanghebbende heeft dus geen recht op schadevergoeding op de voet van art. 8:73, Awb.
(Beroep ongegrond.)
No comments:
Post a Comment