Wednesday, 5 October 2011

Het ne bis in idem-beginsel: een tweede vervolging of heropening

WFR 2011/1273 - mevr. mr. P. de Haas

Sinds de inwerkingtreding van de Vierde tranche Awb op 1 juli 2009 zijn in de Algemene wet bestuursrecht twee bepalingen opgenomen die dubbele vervolging trachten te voorkomen. Artikel 5:43 van de Awb bepaalt dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd. Daarnaast bepaalt artikel 5:44 van de Awb dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien aan de overtreder reeds een strafrechtelijke sanctie is opgelegd of tegen hem een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen. Deze laatste bepaling kent een pendant in het Wetboek van Strafvordering, te weten in artikel 243, tweede lid, van het Sv. In die bepaling is neergelegd dat als aan de verdachte een boete is opgelegd dit dezelfde rechtsgevolgen heeft als een kennisgeving van niet verdere vervolging. Doordat de boete gelijk wordt gesteld met een kennisgeving van niet verdere vervolging, blijft de weg naar het strafrecht op een kier staan. Op het moment dat een kennisgeving van niet verdere vervolging is afgegeven, kan alsnog een strafrechtelijke vervolging worden aangevangen, indien er nieuwe bezwaren zijn. In een eerder artikel heb ik al de nodige kritiek geuit op deze pendant van de una via-regeling, met name omdat het begrip “nieuwe bezwaren” vrij ruim is c.q. uitgelegd kan worden. Als nieuwe bezwaren kunnen namelijk worden aangemerkt verklaringen van getuigen of van de verdachte alsmede stukken, bescheiden en processen-verbaal, die later zijn bekend geworden of niet zijn onderzocht.

No comments:

Post a Comment