Het ne bis in idem-beginsel: een tweede vervolging of heropening
Sinds de inwerkingtreding van de Vierde tranche Awb op 1 juli 2009 zijn in de Algemene wet bestuursrecht twee bepalingen opgenomen die dubbele vervolging trachten te voorkomen. Artikel 5:43
van de Awb bepaalt dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien
aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een
bestuurlijke boete is opgelegd. Daarnaast bepaalt artikel 5:44
van de Awb dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien aan de
overtreder reeds een strafrechtelijke sanctie is opgelegd of tegen hem
een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een
aanvang heeft genomen. Deze laatste bepaling kent een pendant in het
Wetboek van Strafvordering, te weten in artikel 243, tweede lid,
van het Sv. In die bepaling is neergelegd dat als aan de verdachte een
boete is opgelegd dit dezelfde rechtsgevolgen heeft als een kennisgeving
van niet verdere vervolging. Doordat de boete gelijk wordt gesteld met
een kennisgeving van niet verdere vervolging, blijft de weg naar het
strafrecht op een kier staan. Op het moment dat een kennisgeving van
niet verdere vervolging is afgegeven, kan alsnog een strafrechtelijke
vervolging worden aangevangen, indien er nieuwe bezwaren zijn. In een
eerder artikel heb ik al de nodige kritiek geuit op deze pendant van de
una via-regeling,
met name omdat het begrip “nieuwe bezwaren” vrij ruim is c.q. uitgelegd
kan worden. Als nieuwe bezwaren kunnen namelijk worden aangemerkt
verklaringen van getuigen of van de verdachte alsmede stukken,
bescheiden en processen-verbaal, die later zijn bekend geworden of niet
zijn onderzocht.
No comments:
Post a Comment