Friday 18 February 2011

Zembla-uitzending 'Nederland belastingparadijs' nader beschouwd


Naar aanleiding van een documentaire van Zembla beschouwt deze bijdrage het gebruik van (Nederlandse) doorstroomvennootschappen door buitenlandse multinationals
 en HNWI’s. Duidelijk wordt dat een eenduidige definitie van het begrip belastingparadijs niet bestaat. Wel kan een drietal fiscale beweegredenen worden onderscheiden voor het gebruik van doorstroomvennootschappen. In het verlengde hiervan wordt stilgestaan bij de omvang van dit gebruik ten aanzien van Nederland. Ten slotte worden de implicaties van het gebruik van doorstroomvennootschappen voor de bron-, woon- en doorstroomlanden besproken.

Voor de betreffende documentaire zie:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1133463 

FRAGMENT ARTIKEL
Inleiding De overheidsfinanciën van tal van landen bevinden zich momenteel in woelige wateren.
In een zoektocht naar middelen om begrotingstekorten te beperken bestaat toenemende aandacht voor bestrijding van schadelijke belastingregimes en -constructies. In een documentaire uitgezonden op 18 oktober 2009 stelden de programmamakers van Zembla dat Nederland een belastingparadijs is, dat multinationals en zeer vermogende particulieren –geïllustreerd met U2-zanger Bono c.s.– de mogelijkheid biedt om in binnen- en buitenland de belastingheffing te ontlopen.

In de uitzending werd betoogd dat Nederland en andere landen hierdoor belastingopbrengsten mislopen. In een aantal colleges aan de Erasmus School of Law hebben wij het door Zembla belichte thema ‘Nederland belastingparadijs’ behandeld. Het eerste college betrof een openbaar college op 15 december 2009, waarin wij onderscheid maakten tussen twee te onderscheiden onderwerpen van de Zembla-uitzending.
Als eerste onderwerp belichtte de uitzending hoe buitenlandse multinationals en zeer vermogende particulieren (hierna: HNWI’s) Nederland zouden gebruiken om belasting elders te ontlopen. Voor het ontlopen van de buitenlandse belastingheffing maken deze partijen aldus Zembla gebruik van in Nederland gevestigde brievenbusmaatschappijen. Twee Amsterdamse trustkantoren zouden ieder 2.250 respectievelijk 1.700 van dergelijke maatschappijen in één gebouw huisvesten. Via dergelijke maatschappijen (hierna: doorstroomlichamen c.q. -vennootschappen) zou jaarlijks € 8.000 miljard door Nederland stromen. Als tweede onderwerp belichtte Zembla het ongelijke speelveld in Nederland tussen multinationals en het nationaal georiënteerde bedrijfsleven dat het Nederlandse fiscale stelsel zou creëren. Het eerstgenoemde onderwerp is een terugkerend onderwerp in de media. Een recent voorbeeld is een nieuwsbericht over Google in oktober van afgelopen jaar. Google kwam uitgebreid in het nieuws vanwege zijn belastingbesparende constructie waarbij gebruikgemaakt zou worden van een Nederlands doorstroomlichaam.

Dit bericht was aanleiding voor vragen vanuit de Tweede Kamer.


Dit artikel staat in het teken van dit terugkerende onderwerp. Het beoogt geen waardeoordeel te geven over het gebruik van Nederlandse doorstroomlichamen. Wij onderzoeken wat het gebruik van dergelijke doorstroomlichamen behelst en wat de mogelijke implicaties van het gebruik daarvan zijn voor de (fiscale autonomie van de) betrokken landen.

Dit onderzoek heeft tot doel te informeren, teneinde bij te dragen aan een weldoordachte, persoonlijke oordeelsvorming van de lezer over dit onderwerp.

Als startpunt van ons onderzoek zullen wij in paragraaf 2 beschrijven hoe het begrip belastingparadijs door diverse Nederlandse bewindslieden, andere landen en organisaties is ingevuld. Vervolgens beschrijft paragraaf 3 het gebruik van doorstroomvennootschappen door multinationals en HNWI’s. Beschreven wordt wat de beweegredenen kunnen zijn voor het gebruik van dergelijke vennootschappen. In de Zembla-documentaire werd betoogd dat Nederland aantrekkelijk is voor de vestiging van doorstroomlichamen. In paragraaf 3 wordt derhalve tevens geanalyseerd welke rol het Nederlandse fiscale stelsel bij de vestiging van doorstroomlichamen in Nederland speelt. In het verlengde daarvan wordt ten slotte geanalyseerd de mate van het gebruik van Nederlandse doorstroomlichamen aan de hand van statische gegevens. De implicaties van het gebruik van doorstroomvennootschappen voor de verschillende betrokken landen is in paragraaf 4 onderwerp van analyse. In deze paragraaf geven wij bovendien aan op welke wijze landen in hun hoedanigheid van bron- c.q. woonland maatregelen kunnen nemen tegen het gebruik van doorstroomconstructies. Deze bijdrage wordt in paragraaf 5 afgesloten met een samenvatting van de bevindingen.

No comments:

Post a Comment