Forfaitair 2013/236 - T.A. Keijzer
De vergoeding op vreemd vermogen komt in de vennootschapsbelasting in
aftrek bij het bepalen van de fiscale winst, zo is de hoofdregel.
Verschillende bepalingen – art. 10, lid 1, onderdeel d, art. 10a, 10b en
15ad Wet VPB 1969 – maken inbreuk op dit beginsel. Per 1 januari 2013
kan art. 13l Wet VPB 1969 aan dit rijtje worden toegevoegd. De wetgever
presenteerde art. 13l Wet VPB 1969 als het sluitstuk op de
renteaftrekproblematiek.
De vraag of dat standpunt terecht is, werd reeds door vele schrijvers
gesteld. Ik zal de nieuwe regeling niet integraal bespreken, maar enkele
punten uitlichten. Aan de hand daarvan wordt bekeken of art. 13l Wet
VPB 1969 daadwerkelijk de ‘troef’ is die de overheid in haar ‘strijd’
tegen excessieve renteaftrek kan helpen.
No comments:
Post a Comment