WFR 2013/545 - Mevr. mr. M.E. Oenema en mr. E.M.E. van der Enden
In deze publicatie gaan de auteurs in op de vraag wat de rechtskracht
van een handhavingsconvenant is. De beantwoording van deze vraag hangt
af van de juridische afdwingbaarheid van de gemaakte afspraken in het
convenant. Zijn deze in rechte af te dwingen, dan is sprake van een
publiekrechtelijke bevoegdhedenovereenkomst. Als er (gedeeltelijk) geen
juridische afdwingbaarheid bestaat, kan het convenant (voor dat deel)
worden geduid als een gentlemen’s agreement. Tot slot gaan de auteurs
kort in op de vraag of het convenant een besluit in de zin van de Awb
inhoudt
No comments:
Post a Comment