Nederlands Tijdschrift voor fiscaal Recht (NFTR 2011- 2228) - mr. J. de Haan
'Belanghebbende, een Fransman, is in 1997 uit het buitenland aangeworven en vervolgens in Nederland tewerkgesteld. De 35%-regeling en daarna de 30%-regeling zijn op hem van toepassing verklaard voor een looptijd van 1 oktober 1997 t/m 30 september 2007. Belanghebbende is van 1 december 2001 t/m 31 december 2003 door zijn werkgever uitgezonden naar Singapore. In deze periode van uitzending naar Singapore werd belanghebbende voor fiscale doeleinden aangemerkt als inwoner van Nederland. Na terugkeer – na een tweede uitzending – is wederom verzocht om toepassing van de 30%-regeling. In geschil is of voor toepassing van de zogenoemde kortingsregeling de periode van de uitzending naar Singapore in aanmerking moet worden genomen. De Hoge Raad beantwoordt die vraag ontkennend. Volgens art. 9e Uitv.besl. LB 1965 wordt de looptijd van de 30%-regeling verminderd met perioden van eerdere tewerkstelling of eerder verblijf in Nederland. De plaats van verblijf in deze bepaling moet worden uitgelegd in overeenstemming met de gewone betekenis die de term ‘verblijven’ in het spraakgebruik heeft, te weten de plaats waar iemand fysiek aanwezig is. De rechtbank heeft daarom volgens de Hoge Raad terecht geoordeeld dat belanghebbende gedurende de perioden dat hij fysiek in Singapore aanwezig was, niet in Nederland verbleef in de zin van voormeld art. 9e.'
No comments:
Post a Comment