Op vrijdag 11 februari jl. bood
de staatssecretaris voor Financiën, Frans Weekers, de Notitie Fiscaal
Verdragsbeleid 2011 (‘NFV 2011’) aan de Staten-Generaal aan.
In de NFV 2011 doet de staatssecretaris beleidsvoorstellen over het
aangaan van verdragsrelaties met andere landen, de toegang tot
verdragsvoordelen en de verdelingswijze van heffingsrechten. In het
recente verleden hebben ook de staatssecretarissen Henk Koning en Willem
Vermeend hun visie gegeven over het door Nederland uit te dragen
fiscale verdragsbeleid. Dit deden zij in de notitie van 1987
(NAFV 1987) respectievelijk de notities van 1996/98
(NIFV 1996/98). Een technische toelichting op de NFV 2011 gaf het
Ministerie van Financiën op 23 maart jl. in een besloten zitting aan de
leden van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. Een
algemeen overleg van deze commissie met de staatssecretaris over de
NFV 2011 stond ten tijde van de vaststelling van de drukproeven van dit MBB-themanummer
geagendeerd voor 28 april. Op 5 april jl. verstrekten
ministerie-medewerkers een technische toelichting aan de vaste commissie
voor Financiën van de Eerste Kamer. Aansluitend vond een gesprek plaats
met de staatssecretaris van Financiën over het Nederlandse fiscale
verdragsbeleid. Deze data suggereren dat de Eerste Kamercommissie de
behandeling van de NFV 2011 opvallend genoeg wil afronden voor de
verkiezingen van de EK op 23 mei a.s.
Voorafgaand aan de
parlementaire behandeling van de NFV 2011 hebben ministerie-medewerkers
een toelichting gegeven op een viertal in de NFV 2011 behandelde
onderwerpen tijdens een op 21 maart jl. georganiseerd openbaar symposium
waar ook de staatssecretaris het woord zou gaan voeren.
Het eerste onderwerp betrof de vraag met wie Nederland
belastingverdragen zou moeten sluiten. In zijn bijdrage aan dit
themanummer geeft Bart Kosters zijn visie daarover. Het tweede onderwerp
was gewijd aan verdragstoegang en inwonerschap. Het Hoge Raad-arrest
van 9 december 2009 zette dit onderwerp opnieuw in de spotlights.
Vervolgens werd na een door Peter Wattel uitgesproken column
ingegaan op het regeringsbeleid betreffende het opnemen van
antimisbruikbepalingen in de Nederlandse belastingverdragen. Hans Mooij
geeft in dit themanummer zijn kritische kijk op dit onderwerp. Tot slot
werd gediscussieerd over de regeringsopvattingen inzake de doorwerking
van wijzigingen in het OESO-commentaar naar de reeds bestaande
Nederlandse belastingverdragen.
De beleidsvoorstellen over de verdelingswijze van heffingsrechten
tussen de woon- en bronstaat kwamen vanwege de opzet van het symposium
niet als een apart onderwerp aanbod. Dit themanummer beoogt dit vacuüm
op te vullen. In hun bijdragen geven Irene Burgers, Roland Brandsma en
Peter Kavelaars hun visie over de beleidsvoorstellen voor de
verdelingswijze van ondernemingswinst, vermogensinkomsten en ‑winsten
respectievelijk inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid.
Alvorens in
de diverse bijdragen wordt ingegaan op de vragen met wie
verdragsrelaties zouden moeten worden aangegaan, hoe oneigenlijk
verdragsgebruik zou moeten worden tegengaan en op welke wijze de
heffingsrechten met betrekking tot diverse inkomensbestanddelen zouden
moeten worden verdeeld, wordt in deze inleidende bijdrage stilgestaan
bij de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende
verdragsnotities. Vervolgens geeft Maikel Evers in zijn inleidende
bijdrage een overzicht van ontwikkelingen in de afgelopen dertig jaar
die van invloed zijn (geweest) op de sluiting door Nederland van
belastingverdragen met andere landen.
No comments:
Post a Comment